> Een belangrijke collectie die blijft groeien > Klederdracht > Textiel > Volkskunst en gebruiksvoorwerpen
> Jan Moenis, bevlogen schilder van alles
> Schilderijen > Keramiek > Papier en boeken > Visserij
> Dialect

collectie

Een belangrijke collectie die blijft groeien

Ondanks de bescheiden afmetingen herbergt het Marker Museum een belangrijke collectie en een omvangrijk archief. Nog steeds speuren bestuur, medewerkers en anderen op veilingen, in collecties en op internet naar kunst en objecten die het verhaal van Marken verder completeren. Naast de unieke Marker klederdracht en stoffen vindt u gebruiksvoorwerpen, volkskunst, keramiek en kunst waarin Marken en zijn bewoners centraal staan.

Vrijwilligers zijn momenteel druk bezig het archief te digitaliseren – zo zult u ook via deze site steeds meer  van het Marker erfgoed kunnen bekijken.

 

—o—

 


collage Klederdracht copy

Klederdracht

Met hun manier van kleden drukten de Markers heel specifieke betekenissen uit: rouw in verschillende gradaties, trouw en geboorte, zon- en feestdagen, kerkelijke gelegenheden als Kerst, Pasen, Pinksteren, belijdenis en avondmaal, winter en zomer.
De Marker dracht is gebaseerd op de mode in de 16e eeuw. Toen werden kinderen gekleed op een manier die paste bij hun leeftijd en niet als kleine volwassenen. Op Marken droegen jongens tot hun zesde jaar rokken, maar met duidelijke verschillen tussen hun kleding en die van de meisjes. Na het zesde jaar veranderde de kleding van de jongens; de meisjes volgden twee jaar later. Ze werden dan niet meteen in volwassen kledij gestoken, maar droegen eerst enkele jaren een tussendracht.

Nog steeds besteden Markers veel aandacht aan deze ‘kledingtaal’. Alle onderdelen werden en worden met de hand gemaakt en bij het aantrekken van het kostuum zet men de losse onderdelen met spelden vast. Alle kledingstukken – vaak antiek – zijn apart afgewerkt met banden en randen en kennen elk een eigen betekenis. De versiering met borduur- , stop- en sneewerk is bijzonder rijk, waardoor de kleding weinig sieraden verdraagt. Wat er aan goud en zilver wordt gedragen, is vooral functioneel. Oude familiestukken worden zorgvuldig bewaard en gaan over van ouder op kind. De meeste klederdracht is nu nog te zien op Koningsdag. Dan worden de bontgekleurde delen: van de dracht vervangen door gele en oranje tinten.

 

—o—

 
 
collage Textiel copy

Textiel

De omvangrijke collectie kledingstukken strekt zich uit van de 16e eeuw tot de 20e eeuw. Alle stoffen en andere benodigdheden kocht men doorgaans in Amsterdam of werd meegebracht uit verre windstreken door zeevarenden; ook kocht men wel kant in Brussel. Het hing vervolgens van het heersende modebeeld af hoe elke generatie de verschillende stoffen integreerde in de eigen kleding – zo is er steeds een duidelijke ontwikkeling te zien in de kleding van de verschillende generaties.

Gelukkig hebben de Markers de kleding altijd goed verzorgd; de talloze onderdelen werden zorgvuldig opgevouwen en opgeborgen in kasten en dozen zodat zij er tot op de dag van vandaag nog perfect uitzien.
 

—o—

 
 
collage Volkskunst etc

Volkskunst en gebruiksvoorwerpen

Het versieren en bewerken van gebruiksvoorwerpen stond door de eeuwen heen hoog in aanzien, zowel bij de Marker mannen als vrouwen. De mannen bewerkten met een kaakmesje houten voorwerpen, zoals klompen, heften voor messen en vorken, kistjes, stoven, ‘schoolborden’ (houten schooltassen), horlogekastjes, mangelplanken en lepelrekken. Dat deden zij vaak aan boord van hun schip op weg naar de visgronden en thuis tijdens lange winteravonden wanneer de visserij stillag. Kasten, kisten en dozendeksels werden kunstig beschilderd met o.a. bijbelse voorstellingen en bloemen. Alle kleding werd met de hand gemaakt en met veel zorg behandeld. De schitterende kledingstukken, merklappen en letterlappen zijn nog altijd gewaardeerde kunstobjecten.
 

—o—

 
 
collage Jan Moenis etc

Jan Moenis – bevlogen schilder van alles

Een belangrijke plaats in het museum komt toe aan Jan Moenis (1875-1953), een man met een geheel eigen stijl, die Markers ‘de dove schilder’ noemden. Op het protestantse eiland Marken was hij de enige rooms-katholiek die trouw naar Monnickendam ter kerke ging. Als huisschilder werkte hij op en buiten het eiland; zijn sierlijke cijfers en letters waren in trek bij ieder die een nummer op zijn botter of huis wilde laten zetten of een naam op een paar klompen. Zijn liefde voor de natuur vinden we terug op alles wat Jan kreeg aangeboden om te beschilderen: ‘schoolborden’ (houten schooltassen), kappedozen, ‘baawekistjes’, klompen kregen een rijke versiering met vele soorten bloemen, schepen, Marker en exotische taferelen (palmen, hutten, felgekleurde vogels).
 

—o—

 
 
collage Schilderijen

Schilderijen

De meeste schilderijen in het museum stammen uit het begin van de 19e eeuw tot in de eerste helft van de 20e eeuw. Nederlandse, maar ook buitenlandse schilders deden het eiland aan om dagelijkse taferelen binnens- en buitenshuis vast te leggen. Door aankoop, bruikleen en schenking probeert het museum de collectie te vervolmaken.
Zo kon het museum in 1984 met steun van de Vereniging Rembrandt het schilderij ‘Verloofden op Marken’ van C.J. Portman verwerven, het oudst gedateerde werk in de collectie. Andere bekende schilders zijn Mari en Herman ten Kate, A.P. Schotel, Leon Senf, Willy Sluiter, Petrus van der Velden, Hein Burgers en de Belgen Adolph Dillens, Henri Cassiers en Xavier Mellery. De Duitse kunstenaar Rudolf Possin portretteerde meisjes in klederdracht en schilderde fraaie interieurs. Reinier Pijnenburg woonde enige tijd op Marken en is in het museum rijk vertegenwoordigd. Vele anderen, waaronder Jan Toorop, Paul Rink, Wijnand Nieuwenkamp legden vast wat zij zagen, waardoor hun werken nog steeds waardevolle inzichten in het eilandleven verschaffen.
 

—o—

 
 

Keramiek

Marker vrouwen hielden en houden van mooi aardewerk en porselein. Het interieur van hun woningen werd vooral in de 19e eeuw versierd met borden, schotels, vazen en vitrinekasten afgeladen met serviezen uit binnen- en buitenland, die vaak werden meegenomen door de vissers.
Door de toenemende welvaart en handel kwamen in de 18e eeuw Delftse schotels binnen het bereik van de Marker bevolking. Op een schilderij van Portman in het museum is dit goed te zien; het gaat hier slechts om enkele sierschotels. In het midden van de 19e eeuw kwam het Maastrichter aardewerk in zwang. Fabrieken als Petrus Regout en Société Céramique vervaardigden fabrieksmatig schitterende borden, serviezen, kwispedoors, ja zelfs toiletpotten.
Visserlui die Engeland aandeden namen op de terugweg vaak kannen, serviezen en kommen mee. Goudsteen was zo geliefd dat er een levendige handel in ontstond.
 

—o—

 
 

Papier en boeken

Het museum beschikt over duizenden afbeeldingen, foto’s, prenten en geschriften. De meeste stukken in onze bibliotheek zijn geschonken door de bewoners. Momenteel werken vrijwilligers aan het digitaliseren van de zeer uitgebreide collectie ansichtkaarten, foto’s en dia’s.
 

—o—

 
 

Visserij

Vanaf de late middeleeuwen tot aan het begin van de 20e eeuw vormde de visserij de belangrijkste bron van inkomsten. Door de terugloop van de visstand en het afsluiten van de Zuiderzee in 1932 zochten de Marker vissers nieuwe bestaansmogelijkheden op de koopvaardij, de binnenvaart, bij baggerwerken en in de sleepvaart. In de collectie zijn veel objecten die herinneren aan de visserij, zoals scheepsmodellen en visserijbenodigdheden. Ook is een deel van het vooronder van een botter – een vissersschip voor de Zuiderzee – nagebouwd.
 

—o—

 
 

Dialect

Niet in ons eigen archief maar te horen bij het Meertens Instituut, het Marker dialect dat nog steeds wordt gesproken:
Beluister hier voorbeeld 1.
Beluister hier voorbeeld 2.

 

Wel aanwezig in het archief:
– ‘Structuur in de woordenschat van drie Waterlandse dialecten’. Academisch proefschrift van Maria van den Hombergh-Bot, 1954.
– ‘Drie Waterlandse dialecten’, twee delen, door dr. Jac. Van Ginneken, 1954.
 

—o—